Jelle brandt corstius
Leven en werk van Hugo Brandt Corstius – Opperlands geniale woordkunstenaar en Nederlands meest gevreesde polemist
Gedurende een halve eeuw heeft Hugo Brandt Corstius als geen ander het publieke debat in Nederland gedomineerd. Onder de namen Piet Grijs, Battus, Stoker, Maaike Helder, Jan Eter en tientallen andere pseudoniemen haalde hij in alle media die ertoe deden de autoriteiten het bloed onder de nagels vandaan – met ijzersterke logica en met humor. Wegens zijn ‘kwetsende’ columns weigerde het kabinet hem de P.C. Hooft-prijs, die hij later alsnog kreeg.
In haar grandioze, sprankelende en vlot geschreven biografie van Hugo Brandt Corstius onderzoekt Elsbeth Etty wat deze gevreesde polemist, getalenteerde humorist en geniale woordkunstenaar van Opperlandse taal- & letterkunde dreef. Ze belicht zijn door de Tweede Wereldoorlog bepaalde achtergrond en jeugd, zijn vaak visionaire kijk op zaken, zijn met mystificaties omgeven privéleven en zijn opzienbarende, veelal geheime liefdesaffaires.
Naar eigen zeggen loog Brandt Corstius nooit, maar veel heeft hij verzwegen
Hein van Kemenade, medewerker van Brabant Cultureel, interviewt in een podcast Elsbeth Etty, schrijfster van de biografie over Hugo Brandt Corstius. De bejubelde biografie Ik heb nog nooit gelogen verscheen eind vorig jaar en beleefde inmiddels enkele herdrukken. Van Kemenade bespreekt in de podcast onder meer spraakmakende perioden in het leven van Brandt Corstius.
Hij is op 29 augustus geboren in een tussenwoning in een middenklassenbuurt in Eindhoven. Zijn vader werkte als gepromoveerd docent Nederlandse taal en geschiedenis aan het Gemeentelijk Lyceum. Als baby was Hugo al geen gemakkelijk kind. ‘Hugo was een huilbaby die hen [de ouders] ’s nachts wakker hield, borstvoeding weigerde en overdag zijn moeder in verlegenheid bracht met zijn onophoudelijke gebrul vanuit de kinderwagen’, schrijft Etty in de biografie. Een jaar later verhuisde het gezin naar Utrecht omdat vader daar een nieuwe baan als leraar kon krijgen.
Tientallen pseudoniemen
De hoogbegaafde Hugo Brandt Corstius ontwikkelde zich als informaticus en linguïst en zou net als zijn vader op een gegeven moment hoogleraar worden. Hij bekleedde in de Leonardo Leerstoel aan de universiteit van Tilburg. Maar Brandt Corstius is bij het grote publiek vooral bekend van zijn felle, compromisloze columns
Jelle Brandt Corstius
Geboren in in Bloemendaal. Woonde daarna een jaar in Minneapolis. Op mijn vierde verhuisd naar Amsterdam. Zat op het Amsterdams Lyceum. Studeerde een jaar in een klein college in Pennsylvania, en verdiepte mij onder meer in de vakken Bowlen, Scubaduiken en Toneelpodium Bouwen. Studeerde Geschiedenis en Journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Kreeg interesse in de Armeense genocide. Raakte verslaafd aan Karel van het Reve, en probeerde in elk essay wel een theorie van hem te stoppen. Leerde de echte journalistiek als redacteur bij Barend en van Dorp tussen en
Maakte intussen reizen naar Rusland. en raakte gefascineerd. Als je even hier kijkt snap je wel waarom. In St. Petersburg leerde ik Russisch (een beetje). Verhuisde in maart naar Moskou, zat de eerste twee maanden in een klein kamertje in dit gebouw, waar ik nog meer Russisch leerde. Sindsdien werkte ik als freelance journalist voor Trouw en De Standaard, en af en toe maakte ik een reportage voor Wordt Vervolgd. Af en toe leid ik mensen rond in Moskou. Af en toe geef ik een lezing.
Die reizen vormen de basis voor mijn drie boeken, die bij Prometheus verschenen. Een vierde is op komst. De boeken vormden weer de basis voor twee series over Rusland, die ik voor de VPRO heb gemaakt. Voor T
Mijn ideale biografie
H. Brandt Corstius
De eerste biografie die ik las, was Madame Curie door Eve Curie. Dat was in de gelukkige tijd dat ik alle boeken die ik las mooi vond. Het was nog niet tot mij doorgedrongen dat een boek ook wel eens niet mooi kon zijn. Als ik een boek vervelend of onbegrijpelijk vond, dan lag dat vanzelfsprekend aan mij. Ik vond Madame Curie heel spannend, maar ook een beetje gek.
Misschien was Madame Curie niet de eerste biografie die ik las, maar het was wel de eerste keer dat ik bewust een biografie las, dat ik merkte dat het over een echt mens ging (in mijn uitgave waren er foto's bij waarin we Curie met beroemden der toenmalige wereld zien staan). Kees de jongen ging ook over een mens, een jongen die Kees heette, maar het sprak vanzelf dat die jongen verzonnen was, net als Bolke de Beer en Kek de Eskimo. Ik ben nog gaan vragen of Madame Curie echt geleefd had. Dat had ze. Daarmee had ik een nieuw genre boeken ontdekt: de biografie.
Hoeveel biografieën heb ik gelezen? In mijn boekenkast staan er tegen de honderd. Ik denk dat ik er tweehonderd tot driehonderd heb gelezen. Over Conrad en Flaubert ieder toch wel zes. Ik herinner mij van een aantal veel meer dan ik mij van, toch ook zeer gewaardeerde, romans herinner.
Ik ben nu alle Ve
De verbale kwelgeesten van Hugo
‘Mensen weten eigenlijk helemaal niet wie u bent.’
Het is maart als Adriaan van Dis die opmerking quasi-terloops laat vallen. Het tv-interview, terug te vinden op internet, verloopt stroef en stekelig. De man tegenover hem aan tafel – rood jasje, geel overhemd – pareert alles met zijn laconiek opgetrokken wenkbrauwen.
Van Dis krijgt maar geen vat op Hugo Brandt Corstius, de man die het publiek vooral kent onder zijn vele aliassen. Piet Grijs, Battus, Jan Eter, Victor Baarn, Maaike Helder, Stoker… Veelal vileine, messcherpe, scheldende stemmen, in allerlei kranten en weekbladen ‘via de man op de zaak spelend’, zoals de hoofdredacteur van Vrij Nederland het noemde in een terugblik.
Andere tijden, andere mores. Als je alle schandalen die zijn gemaskerde legertje aanstichtte nog eens voorbij ziet razen in de knappe biografie die Elsbeth Etty over hem schreef, dan vraag je je af welke hoofdredacteur dat tegenwoordig nog allemaal zou toestaan.
Premier Biesheuvel was een ‘protestantse piemel’ die met z’n ‘operettesmoel’ maar eens het Catshuis uit gejaagd moest worden. Minister Onno Ruding vergeleek hij met Eichmann. De Leidse criminoloog Wouter Buikhuisen kreeg vijftien columns lang te horen dat hij een fascist was. En dan was er nog bijna e