Josse de voogd boek
Op uitnodiging van baron Bernard de Snoy et d’Oppuers togen wij naar het kasteel Bois-Seigneur-Isaac in de gemeente Eigenbrakel (België) om onderzoek te doen in het gigantische archief van de familie Snoy, in het bijzonder in de papieren nalatenschap van geuzenleider Diederik van Sonoy (). Ons bezoek aan deze prachtige historische omgeving had tot doel om vanuit onze een eigen interesse te kijken of we iets van onze gading konden vinden: Nina Lamal (Huygens Instituut/NL-Lab): boekgeschiedenis en vroegmoderne diplomatieke relaties; Clodagh Murphy (Universiteit Leiden): het secretariaat van de Engelse koningin Elizabeth I Tudor; Ineke Huysman (Huygens Instituut/NL-Lab): correspondentie Willem van Oranje en in het bijzonder de echtgenotes van stadhouders zoals die van Willem van Oranje.
Diederik van Sonoy had een oudere broer, Joost of Josse (), die katholiek bleef tijdens de Opstand en van wie de huidige baron Bernard de Snoy et d’Oppuers een directe nazaat is. Zo kwam het dat de papieren van Diederik en zijn verwanten in het privé-archief van de familie Snoy op het Kasteel Bois-Seigneur-Isaac in België worden bewaard en wij de gelegenheid kregen om in diens archief onderzoek te doen. Reeds eerder werden twaalf brieven gewisseld tussen Willem van Oranje () en Diederik v
In het hedendaagse theater worden opvallend veel monologen geschreven en gespeeld. In het randprogramma van het Nederlandse Theaterfestival stelde Tom Blokdijk dit fenomeen aan de orde. Hij schreef een korte tekst en vroeg een aantal dramaturgen uit Vlaanderen en Nederland op deze aanzet te reageren. Marianne Van Kerkhoven was één van hen. Hierna haar tekst.
1. Voorbeelden
teksten
Van Thomas Bernhard: de monologische scheldtirades van de Theatermacher of de Weltverbesserer. Van Peter Handke: het over verschillende personages verdeelde maar in feite éénstemmige filosofische discours in Uber die Dörfer of in Die Kunst vom Fragen. Van Heiner Müller: het niet meer aan personages toegeschreven tekstmateriaal in Die Hamletmachine of Wolokolamsker Chaussée en de monoloog Medeamaterial - ondanks de aanwezigheid van Jason en die Amme. Van Beckett: Krapp in dialoog met zijn eigen stem op band; de optimistische, steeds pratende Winnie naast de bijna sprakeloze Willie; Cascando, Rockabay, Stirrings still Van Koltès: de twee parallel lopende monologen in Dans la solitude des champs de coton; het door alleenspraken geschraagde L'héritage of Le retour au désert. Enzovoort.
voorstellingen/teksten
W Hertog Karel kwam met zijn gevolg uit de kapel van zijn kasteel te Hesdin en de bonte schaar van edellieden, die om zijnentwil trouw mede de mis gingen horen verspreidde zich in het park. Knechts kwamen naderbij met rijpaarden en spoedig daarop waren de meeste der misgangers uit het gezicht verdwenen. De koorknapen, die gezongen hadden, liepen in rij, onder geleide van een priester, naar hun tehuis in een kloosterschool; deze jongens, die de eer genoten voor den hertog de mis te zingen, waren begaafd met aangename, zuivere stemmen; nu was er het rythme van hun rijgang, dat de wens om te dollen als een wilde jonge bende tegenhield. Ze keken onder 't heengaan steeds naar de gestalte in zwart fluweel tussen de hovelingen op het voorplein, in een sensatie van eerbied zagen ze de juwelen die blonken aan zijn baret. De hertog sprak met een oud ridder, die de vorige dag, vergezeld van een jongeling, naar hier was gekomen. Deze knaap, Josse de Lalain, stond naast hem en zou bij den hertog in dienst treden. De ridder was een verwant der Lalains en had in Bourgondische dienst meegevochten in de veldtocht in Frankrijk. Karel herinnerde zich hem nog een weinig uit die tijd en deed hem enkele plichtmatige, hoffelijke vragen. Zijn oudste zoon was bij die veldtocht gesneuveld Gids in een ‘claustrofoob’ universum Inleiding De bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen bewaart een rijke collectie Vlaamse klavecimbelmuziek, die in in het kader van een onderzoeksproject werd geïnventariseerd en bestudeerd. Dit onderzoek (‘Achttiende-eeuwse Vlaamse klavecimbelmuziek uit de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium afgestoft!’) leidde in tot een cd-opname door Ewald Demeyere (‘18th-Century Flemish harpsichord Music’ - Challenge Classics) en tot deze facsimile-uitgave van het Troisième livre de pièces de clavecin van Josse Boutmy (). Bij besluit van de Vlaamse minister van Cultuur werd op 24 april het derde klavecimbelboek van Boutmy opgenomen op de topstukkenlijst die unieke cultuurgoederen optimaal wil beschermen. De motivatie van de minister luidde als volgt: ‘Klavecinist-componist Josse Boutmy, een schakelfiguur in een belangrijke dynastie van musici, was decennialang toonaangevend in het Brusselse religieuze en seculiere muziekleven. Als componist maakte hij vooral naam met zijn klavecimbelmuziek, waarin hij een eigen synthese maakt van Franse, Duitse en Italiaanse stijlkenmerken. Van zijn Troisième livre zijn nog slechts twee exemplaren bekend, waarvan dit als enige in Europa. Het betreft een zeldzaam exemplaar, essentieel voor de studie van de klaviermuziek in de Z
III
Letterkunde
BOEKEN NR. 3, MAART
Mark Schaevers: De levens van Claus
door Jan-Bart Claus
Toujours sourire, le coeur douloureux. De opmaak van een biografie over een schrijver die met dat devies leefde, kan niet minder zijn dan een s wanneer de ‘waarheid’ tastbaar dichtbij lijkt, beweegt ze zich weer buiten bereik. Voor Mark Schaevers is het evenwel een roeping om het leven van Hugo Claus () te boekstaven. Met de ambitie om een definitief levensverhaal te schrijven, gidst hij de lezer door het spiegelpaleis van Vlaanderens meest notoire mythomaan.
Schaevers is in elk geval goed uitgerust. In publiceert hij, met medewerking van de schrijver, het citatenboek Groepsportret, dat hij voor theatermaker Josse de Pauw bewerkt tot de monoloog De versie Claus (). Daarna gaat hij al eens aan de slag met Claus’ archief, wat leidt tot het boek De wolken (). Drie jaar later begint Schaevers aan De levens van Claus. Tien jaar lang achtervolgt hij de schrijver, en neem dat gerust letterlijk, want in Griekse en Amerikaanse hotels boekt hij zelfs dezelfde kamers als Claus. Om de vlinder te pinnen zijn alle middelen gewettigd.
De biografie kent een chronologische opbouw,