Herman jan bosch biografie



Margriet van Boven e.a., Noordbrabants Museum () 29

H.J. Dieben, Biografisch Lexicon () 91

H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant () I. ; II. , , ,

Nel van der Heijden Rogier, Slager : Acht Bossche kunstenaars en een museum () 33, , , , , , , , , , , , ,

Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis () 34, 35, 63, 67,

Charles de Mooij en Paul Kokke, De Muze als Motor : Beeldende kunst en de ontwikkeling van het moderne Brabant, () 78, 80, 81, 82, 83

Noordbrabants Historisch Jaarboek 12 () ,

Pieter A. Scheen, Nederlandse Beeldende Kunstnaars M-Z () 61

Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad () , , , ,

Chris Will, Noordbrabants Museum Bezoekersgids () 80

n: vermelding in een voetnoot

10 Martinus van Marum

H.A.M. Snelders

 





De veelzijdige Haarlemse arts en natuuronderzoeker Martinus van Marum werd op 20 maart in Delft geboren. Zijn vader, Petrus van Marum, was op 9 mei in Groningen gepromoveerd als landmeter, landbouwkundige en ingenieur. Hij verhuisde naar Delft waar hij met Cornelia van Oudheusden trouwde (). Martinus volgde in zijn geboortestad met lof de Latijnse school. In verkocht Petrus zijn plateelbakkerij en vestigde zich met zijn gezin in Groningen.

Op 31 december werd Martinus aan de Groningse universiteit ingeschreven als student in de wijsbegeerte en de medicijnen. Zijn voornaamste leermeesters waren Petrus Camper (geneeskunde en plantkunde), Wouter van Doeveren (geneeskunde), Dionysius van de Wynpersse (natuurkunde) en Anthonie Brugmans (eveneens natuurkunde). Vooral de invloed van Camper bracht de jonge student tot het doen van onderzoekingen op het gebied van de plantenfysiologie, een onderwerp dat in die tijd in ons land nauwelijks interessant gevonden werd. Van Marums belangstelling voor botanie blijkt al uit het feit dat hij reeds op zestienjarige leeftijd alle bekende in- en uitheemse planten volgens het classificatiesysteem van de Zweed Carolus Linnaeus had gedetermineerd.

Op 7 augustus promoveerde hij tot doctor

HEGERAAT, Herman Jacobus Hendrikus Conraad

voorman van de Nijmeegse SDAP en koorleider, is geboren te Grave op 7 december en overleden te Amsterdam op 31 oktober Hij was de zoon van Jacobus Antonius Hegeraat, winkelier en koster, en Maria Cecilia Wilhelmina Lindner. Op 16 december trad hij in het huwelijk met Frederica Scheltens, doktersdienstbode, met wie hij drie dochters en een zoon kreeg.

Hoewel zijn vader een jolige Brabantse koster was, over wie in het stadje Grave Bourgondische verhalen de ronde deden, groeide Hegeraat op tot een strenge rode anti-klerikaal. Al jong week hij van het rechte (roomse) pad af, toen hij ging doorleren voor schoolmeester. Dat deed hij niet bij de paters maar op de Rijksnormaalschool in Den Bosch. In kwam hij bij het openbaar onderwijs te Nijmegen. Vrijwel van begin af aan beklaagde zich zijn bovenmeester P.J. Enk in een jarenlange reeks brieven aan het gemeentebestuur over de brutale lastpost Hegeraat, die het lesrooster dooreenklutste en in het speelkwartier driftige discussies over politiek opzette met collega-onderwijzers. Bovendien kwam hij 's ochtends menigmaal te laat of bleef hij wegens overwerktheid thuis, wat Enk toeschreef aan het bestuurswerk en vergaderen tot diep in de nacht, dat zijn ondergeschikte verrichtte voor de

Recensie door drs. C. R. van den Berg - 8 december

Het raadsel Herman de Man

&#;Een zeer manische persoonlijkheid&#; noemt G&#; Vaartjes de hoofdpersoon van zijn biografie. Hij schetst een soms ontluisterend beeld van Herman de Man (), die vooral bekend werd als auteur van streekromans. De Man blijkt een fascinerende persoonlijkheid, bij tijden onbehoorlijk en onbetrouwbaar, vaak ook zwaar depressief en gefrustreerd.

Stelt u zich voor dat u, net als de Belgische schilder Karel Maes, na aan iemand onderdak te hebben verleend van uw log&#; een brief zou ontvangen met de volgende tekst:

&#;Mijnheer de Kapitalist,

U ziet onder uw canap&#; andere schoenen staan; dat waren de mijne; thans zijn ze van U. Vincent van Gogh schilderde gaarne versleten schoenen. Ik ben er van onder door. Wees nu redelijk en niet boos. Ik kon toch waarlijk niet op zulke versleten schoenen loopen. Eerst meende ik, dat uw schoenen mij te klein zouden zijn en ik nam mij voor een briefje in mijn schoenen te leggen met de mededeeling dat U blij mocht zijn dat ze mij te klein waren, anders zouden ze weggeweest zijn. En zie &#; nu zijn ze weg want ze passen. Dit is geen diefstal of wel diefstal; daar breek ik mijn hoofd niet over. () Kaiser Wilhelm stal vroeger wel eens een heel land en werd toch

[Jan Graaf van den Bosch]

BOSCH (Jan Graaf van den), zoon van Johannes van den Bosch en van Adriana Sönich, geboren den 2den Februarij , te Herwijnen, waar zijn vader Geneesheer was, trad reeds in dus in zijn zeventiende jaar, als Luitenant bij het Corps der Genie, in militaire dienst, en vertrok in het jaar , als Kapitein en Adjudant van den toenmaligen Gouverneur-Generaal, Mr. Pieter Gerardus van Overstraten, naar Oost-Indië. Hem werd door zijnen Chef opgedragen een plan van verdediging van Batavia te ontwerpen, en hij verdedigde zelfs eene der batterijen aldaar, tijdens de afsluiting van het eiland Java, door de Engelschen, het voorspel van de later gevolgde vermeestering. In , tot Majoor verheven, werd hij Adjudant van den Gouverneur-Generaal Sieberg, en voerde den regter vleugel van het Nederlandsche leger aan, bij den aanval van genoemde hoofdstad, in , door de Engelschen ondernomen. In het zelfde jaar en de twee volgende had hij het bevel over onderscheidene expeditiën tegen inlandsche Vorsten. De militaire bekwaamheid, waardoor hij zich onderscheidde, deed hem in den rang van Luitenant Kolonel en Adjudant Generaal van den Gouverneur-Generaal Wiese verwerven. Ten gevolge van oneenigheden tusschen hem en den Gouverneur-Generaal Herman Willem Daendels