Vondel
Gerbrand Adriaenszoon Bredero
levensbeschrijving(en)
Auteur, amateurschilder, toneelschrijver. Geboren: 15 maart , Amsterdam. meer
in Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde () in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
in De dolle vaandrig. Eerste deel: Gerbrandt () in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
in Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid () in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
in De dolle vaandrig. Tweede deel: Breero () in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
in De Nederlandse en Vlaamse auteurs () in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
in Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 1 ABE-BYN () in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
in Auteurspagina in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
‘Dichter op het scherm’, Koninklijke Bibliotheek
Portretten
Portret van Gerbrand Adriaensz. Bredero Portret van Gerbrand Adriaensz. Bredero, Amsterdamse rederijker, toneelschrijver en dichter. Buste naar rechts. Boven de buste het motto van Bredero: ''t kan meer
Gerbrand Adriaensz Bredero is geboren op 16 maart in Amsterdam. Hij werd geboren als 3e kind van Maryghen Gebrants en Adriaen Cornelisz. In totaal kregen zijn ouders twaalf kinderen. Gerbrand had dus elf broertjes/zusjes. Veel van hen overleden helaas op jonge leeftijd.
Zijn naam is afkomstig van een portret/ afbeelding van geuzenjonker Hendrik van Brederode op het uithangbord aan de gevel van een naastgelegen huis.
Bredero’s lijfspreuk, die hij onder al zijn werken schreef, was: ’t Kan verkeren. Dit verwees naar de wisselvalligheid van het leven.
Bredero’s privéleven was weinig gelukkig. Uit enkele van zijn gedichten en voorredes blijkt dat hij wel verliefd is geweest, maar hij is nooit getrouwd. Ook heeft hij nooit kinderen gekregen.
Uit een passage in Moortje blijkt dat Bredero naar de Groot-school der oude Zijde waar hij de Franse taal leerde. Later ging hij in de leer bij de schilder Francesco Badens. Van zijn werk als leermeester is niks bewaard gebleven en van zijn schilderwerk is niks overgeleverd. Uit het testament van zijn vader is een bescheiden inzicht in zijn beeldende werk te verkrijgen. Hierin worden vier van de schilderijen die door hem zijn vervaardigd beschreven. Het betreft mythologische en Bijbelse voorstellingen. Bredero&rsq
Het leven van Bredero
Gerbrand was de zoon van Maryghen Gebrants en Adriaen Cornelisz, schoenmaker, makelaar en belastingpachter. De naam Bredero was afkomstig van een uithangbord aan de gevel van een naastgelegen huis, waarop een afbeelding stond van de geuzenjonker Hendrik van Brederode. Gerbrand was het derde kind in het gezin, maar Cornelis en Hillegont, die voor hem geboren werden, overleden erg jong. Uiteindelijk zouden er twaalf kinderen geboren worden, waarvan er vijf stierven voor hun vijfde levensjaar. Van nog twee andere kinderen is niet zeker hoe oud ze zijn geworden, maar ook zij zijn waarschijnlijk jong gestorven.
Opleiding
Bredero ging naar de Groot-school der oude Zijde en leerde daar de Franse taal, zo blijkt uit een passage in Moortje:
Eervvaerdighe hooggheachte Meesteren… hier sult ghy sien (indien ’t u lust) de groote stouwtheyt van een slechte Amstelredammer (die maar een weynigh kints-School-frans in ’t hooft rammelde)…
Later ging hij in de leer bij de schilder Francesco Badens. Van Bredero’s schilderwerk is niets overgeleverd, en ook van het werk van zijn leermeester is niets bewaard gebleven. Een bescheiden inzicht in Bredero’s beeldende werk is te verkrijgen uit het testament van zijn vader, gedateerd 13 januari daarin worden vier schilderijen
Gerbrand Adriaensz Bredero ()
Gerbrand Adriaenszoon Bredero was zelf waarschijnlijk de beste illustratie bij het gezegde dat hij zelf bedacht: 'Het kan verkeren.' Hoewel hij op het romantische aspect weinig geluk had, hij trouwde niet en kreeg geen kinderen, was hij als dichter en toneelschrijver zeer succesvol. De meeste toneelwerken van Bredero verschenen tijdens zijn leven meerdere malen in druk, en vaak werden ze ook op het toneel gebracht door rederijkerskamer D'Eglentier of later door de Nederduytsche Academie. Zijn toneelwerk was nauw verbonden met de realiteit: hij situeerde veel van zijn werk in zijn eigen geboorte- en woonplaats Amsterdam. Bredero hield niet van hoogdravende taal en ingewikkelde constructies.
In zijn gedichten stonden religie en liefde centraal, maar Bredero goot ook veel betogende tekst in dichtvorm: het gedicht 'Den broeders in liefde bloeyende' is een berijmd betoog dat zich keerde tegen de het beleid van D'Eglentier, waarvan Bredero toen nog deel uitmaakte. Zijn belangrijkste dichtwerk is het Groot Lied-boeck, dat in postuum werd uitgegeven.
Geboren te Amsterdam op 16 maart
Overleden te Amsterdam op 23 augustus
Leven en werk van Bredero
Over de gedichten van Bredero
Online bronnen over Bredero
Gerbrand Adriaensz. Bredero
Gerbrand Adriaenszoon Bredero (Amsterdam, 16 maart - aldaar, 23 augustus ) was een Nederlands dichter en toneelschrijver. Hij was een rederijker, een persoon die als hobby gedichten of toneelstukjes schreef. Rederijkers waren in de Gouden Eeuw erg populair en elke grote stad had er wel een vereniging van, zo ook Amsterdam. Bredero is een goed voorbeeld van rederijker. In plaats van de renaissance-literatuur, die toen erg populair was, hield Bredero zich bezig met literatuur die dichter bij het normale volk stond. Naast gedichten schreef hij ook treurspelen (droevig), kluchten (grappig) en blijspelen (vrolijk). Eigenlijk hield Bredero zich bezig met deze drie genres. De stukken waren vrij eenvoudig, zodat ze voor het normale volk goed te volgen waren. Ook zat er meestal een boodschap in, zodat het volk er ook wat van opstak. Veel rederijkers zagen het als hun taak om het volk manieren, normen en waarden bij te brengen.
Bredero schreef verschillende stukken die belangrijk zijn voor die periode van de Nederlandse literatuur. Voorbeelden zijn De klucht van de koe (), De klucht van den Molenaer () en Spaanschen Brabander. Bredero's stukken zijn geschreven in de oude spelling van die tijd. Aangezien het Nederlands nog geen standaardtaal was, ba