Kavafis kaarsen

Boekhouding
Leo Gillet & Johan Polak Kavafis

Ook voor de liefhebber van poëzie die geen nieuw-grieks kent, is de naam Kavafis meer dan een naam alleen. Tijdgenoot van Rilke, Stefan George, Boutens en Paul Valéry, was Kavafis toen hij in in Alexandrië overleed, nog maar bekend in een heel kleine kring. Zijn verzen liet hij circuleren in de vorm van ‘feuilles volantes’. Een stapeltje van zulke ‘blaadjes’, bijeengehouden door een soort papierbinder, vormde een bundel, maar dan in de zin van het oude woord ‘album’, ons vertrouwd uit het door Perk en J.H. Leopold gebruikte woord ‘albumblad’ als titel van enige hunner gedichten. In ons land heeft prof. Blanken, oud-hoogleraar in het nieuw-grieks en de byzantinologie aan de Universiteiten van Amsterdam en Utrecht, zich al vroeg voor Kavafis geïnteresseerd. Als wij wel geïnformeerd zijn, was hij de eerste Europeaan van het vasteland die de dichter ‘ontdekte’. Zeker is dat prof. Blanken de losse blaadjes met de gedichten van Kavafis alle bezit en ook verder over een schat van bio- en bibliografische gegevens beschikt. Kavafis heeft prof. Blanken stellig beschouwd als een man van de ‘inner circle’, waardig zijn verzen ger


Poetry’s Haunting: een symposium over K.P. Kavafis

Het symposium gaat over het werk van Kavafis en de manieren waarop het ons in het heden achtervolgt door te resoneren in hedendaagse kunst, cultuur en politiek en in diverse media. In Nederland is er opmerkelijke belangstelling voor zijn werk, met verschillende Nederlandse vertalingen van zijn poëzie die werden gepubliceerd van tot heden. Zijn poëzie onderzoekt de wijzen om het verleden te animeren en verloren werelden, of queer, gemarginaliseerde en vergeten mensen in het heden terug tot leven te brengen. Toch beschreef hij zichzelf ook als "een dichter van de toekomstige generaties." Zijn geschriften gaan inderdaad in op zorgen en verlangens die tot in de twintigste en eenentwintigste eeuw doordringen. Hoe spreekt poëzie die zich bezighoudt met het verleden, geheugen, verlies en dood, tot de toekomst? Hoe spookt het in, en hoe wordt het achtervolgd door, toekomstige hedens? Hoe resoneert zijn poëzie nog altijd in hedendaagse kunst en hoe leidt deze kunst tot nieuwe lezingen van zijn werk? Door deze vragen te beantwoorden, zal het symposium de wereldwijde weerklank van Kavafis’ poëzie onderzoeken en in het bijzonder de manier waarop zijn poëzie de hedendaagse literatuur en kunst uit verschillende culturele contexten, waaro

Erotiek

De vijf grote stukken zijn, op een inleidend eerste hoofdstuk na, vrij ingrijpend gewijzigde, uitgebreide en up to date gebrachte versies van artikelen die eerder verschenen in het Kavafis-nummer uit van het literaire tijdschrift Maatstaf. Dat eerste hoofdstuk is naar mijn smaak te lang, en niet altijd even to the point. Het geeft wel een goede biografie van de dichter en spreekt regelmatig verhelderend over de thematiek die in enkele andere hoofdstukken wordt uitgewerkt. Het meest geslaagd vind ik het titelhoofdstuk ‘Ik ging naar de geheime kamers’. Daarin behandelt Mario Molegraaf hét hete hangijzer uit de Kavafologie: de erotiek. Ongetwijfeld zullen er weer geleerden en liefhebbers tot tegenspraak of, nog mooier, tot razernij worden geprovoceerd door apodictische uitspraken als de volgende: ‘Er zijn, als men mij vraagt, geen homoseksuele en niet-homoseksuele gedichten, geen meer of minder homoseksuele regels. Het werk van Kavafis is helemaal en voortdurend homoseksueel.’

Geen wetenschapper zou zo'n uitspraak voor zijn rekening nemen, en elders blijkt ook Molegraaf wel in te zien dat strikt logisch er wel homoseksuele handelingen, maar natuurlijk geen homoseksuele gedichten of oeuvres bestaan. Wat zouden die met elkaar moeten

Een korte biografie

In zijn boek 'Op zoek naar de bronnen van onze beschaving' citeert de auteur en historicus Michael Wood, in het hoofdstuk over Egypte enkele versregels van Kavafis, waarbij hij de schrijver introduceert als een 'Egyptische dichter'. Letterlijk is daar niets tegen in te brengen, maar Kavafis was en voelde zich in de eerste plaats Griek, desnoods Alexandrijn, maar zeker geen Egyptenaar.

Over zijn leven is weinig bekend en zijn biografie in enkele woorden verteld.

Kavafis werd als kind van Griekse ouders, afkomstig uit Konstantinopel, geboren in in Alexandrië (tot vandaag een Griekse enclave) waar hij ook het grootste deel van zijn leven woonde en werkte.

Twee jaar na de dood van zijn vader verhuist het gezin in naar Engeland om na een verblijf van vijf jaar naar Alexandrië terug te keren.

Vanwege ongeregeldheden in Egypte vlucht het gezin in naar Konstantinopel, om na drie jaar opnieuw naar Alexandrië terug te gaan.

In de jaren die volgen maakt Kavafis reizen naar Parijs, Londen en in zijn eerste reis naar Griekenland, in latere jaren gevolgd door nog enkele bezoeken.

Op de dag van zijn zeventigste verjaardag, in sterft Kavafis in Alexandrië, waar hij nog dezelfde dag wordt begraven in de familietombe op de begraafplaats van

De Griekse dichter Kavafis begon rond zijn twintigste voor het eerst gedichten te schrijven. Die publiceerde hij op losse bladen, die hij dan aan goede vrienden doorgaf. Een enkele keer stelde hij van die losse bladen dan wel eens een bundeltje samen, maar nooit -in de vijftig jaar die daarop zouden volgen- achtte hij zijn werk rijp genoeg voor publicatie. Daarom is er tijdens zijn leven nooit een bundel van hem verschenen.

Een korte biografie
Konstantinos Petros Kavafis werd geboren in Alexandrië op 29 april Hij was de jongste zoon van een welgestelde Griekse koopman, die overleed toen hij nog maar net zeven jaar oud was. Daarna zou zijn moeder -ook van Griekse afkomst- gedwongen zijn het opgebouwde familiefortuin langzaamaan te verteren.

Eerst vertrok het gezin naar Liverpool, waar het onder de vleugels zou komen van een broer van de vader van Kafavis. In diens huis zou deze nog eens zeven jaar van zijn jeugd doorbrengen en zo een Engelse opvoedinbg krijgen. In zou daar echter na het faillissement van zijn oom een einde aan komen, waarna er niets anders op zat dan een terugkeer naar Alexandrië.

Ook daar was het lot het gezin niet erg gunstig gezind. Vijf jaar later zouden de Engelsen Egypte binnenvallen, waarbij Alexandrië onder bombardementen kwam te liggen. Zo werd